Het barakkendorp
De barakken langs de Wassenaarseweg zijn in 1940 door de Duitse bezetters gebouwd. Na de oorlog nam de Marineluchtvaartdienst ze in gebruik. Het ‘dorp’ is vrijwel compleet en daardoor uniek in Nederland. Maar hoelang nog?
De gebouwen waren op een bijzondere manier gecamoufleerd: vanuit de lucht gezien moesten ze samen op een typisch Hollands dorpje lijken. Het idee was dat de geallieerden nooit een dorp zouden aanvallen. De Britten en Amerikanen wisten wel degelijk dat het om militaire barakken ging – dat blijkt uit luchtfoto’s en kaarten die de RAF heeft gemaakt. Toch zijn de gebouwen nooit aangevallen.
De aanleg
Al snel na de capitulatie op 14 mei 1940 begonnen de Duitsers het vliegveld gereed te maken voor gebruik. Zoals gebruikelijk bij Duitse vliegbases werden de onderkomens voor het personeel op enige afstand van de basis gebouwd. Bij grote ‘Fliegerhorsten’ verrezen meerdere barakkenkampen, bij Flugplatz Katwijk slechts één. De barakken werden snel gebouwd vanaf de zomer van 1940. Ze moesten vanuit de lucht op boerderijen lijken. Tegenover de ingang van het vliegveld is zelfs een dorpsbrink gemaakt. Rond de barakken werden bomen gepland en een vijver aangelegd om het geheel een Hollands tintje te geven. Opvallend is de kapel met zijn bescheiden klokkentoren, rechts naast de ingang van de 1e Mientlaan (de toegangsweg naar het veld). Uit de kapel is een houten kruis bewaard gebleven. Het is te bekijken in het bezoekerscentrum.
De barakken werden sober uitgevoerd, zonder enige versiering. De gebouwen hebben tamelijk dunne spouwmuren. Bij andere vliegvelden, zoals Soesterberg en Deelen, kregen de barakken dikkere muren en ijzeren luiken voor de ramen en ijzeren deuren, zodat de gebouwen enigszins bescherming konden bieden tijdens luchtaanvallen. Het bijzondere aan het Valkenburgse barakkendorp: het is vrijwel volledig intact. Hoewel bij veel vliegbases dit soort barakken werden gebouwd, zijn ze nergens anders als geheel bewaard gebleven.



Bunkers
Beter verstopt zijn de bunkers en loopgraven tussen de barakken. De grote telefoonbunker is gebouwd in de herfst van 1942. Het was in die periode onderdeel van ‘Stützpunktgruppe Katwijk-Noordwijk’, een onderdeel van de Atlantikwall. De telefoonbunker en het ‘trafohuisje’ tegenover de toegangsweg naar het vliegveld zijn nu samen rijksmonument. In en onder het ‘trafohuisje’ stonden schakelkasten voor het telefoonnet.
Tussen de barakken staan schuilloopgraven. Deze moesten bij een luchtaanval dekking bieden aan de militairen. Al voor de oorlog, in 1939, zijn honderden van deze betonnen prefab-hutjes in Rotterdam gebouwd. Ze waren bedoeld als schuilplaatsen voor burgers. De Duitsers hebben er destijds 31 bij Flugplatz Katwijk geplaatst. In de duinen ten zuidwesten van het barakkendorp stond een bunkercomplex met luchtdoelgeschut (Flak).
Na de oorlog
In 1944 vertrokken de meeste Duitsers van het vliegveld en kwamen de barakken leeg te staan. Na de zomer van dat jaar werden ze zelfs bewaakt door Nederlandse burgers. Dat de Duitse barakken er nog staan, komt doordat ze na de oorlog in gebruik zijn gebleven. Het ‘dorp’ is al die tijd intact gebleven en het uiterlijk van de gebouwen bleef vrijwel ongewijzigd.
Er hebben tot aan het gereedkomen van de moderne slaapgebouwen Castor en Pollux in 1997 marinemensen in de barakken geslapen en gewerkt. Zo hadden de commandanten van vliegkamp Valkenburg een kantoor in het commandogebouw waar vroeger de Duitse staf zat. Het naastgelegen messgebouw werd omgebouwd tot theater. Officieren en onderofficieren hadden hun eigen verblijf, respectievelijk de Longroom en de Gouden Bal in de gebouwen aan de zuidzijde (D1 en D5). Ook het wachtgebouw aan de Katwijkse kant behield zijn oorspronkelijke functie: hier zetelde achtereenvolgens de Commandant Marineluchtvaartdienst en later de Marechaussee.


De toekomst
Bijzonder of niet, veel van de barakken staan te verloederen en worden bedreigd met sloop. De gebouwen aan de kant van de duinen zijn eigendom van duinwatermaatschappij Dunea. Die wil de waterwinning uitbreiden en stelt dat de gebouwen risico’s opleveren voor de drinkwaterkwaliteit. Hoewel de gemeente Katwijk het barakkendorp eerder de status van gemeentelijk monument gaf, heeft die in 2019 toch toestemming gegeven voor de sloop van 14 van de 18 gebouwen. De barakken aan de overzijde van de Wassenaarsweg, waaronder de kapel, zijn eigendom van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Hun toekomst is onzeker.
Het Cuypersgenootschap stapte naar de rechter om de plannen van Dunea tegen te houden. De rechter oordeelde in 2022 dat er niet meer dan 8 gebouwen weg mochten. Zowel Dunea als de erfgoedorganisatie ging in hoger beroep. In 2026 loopt de zaak bij de Raad van State. Dunea kwam eerder met een voorstel om een groepje gebouwen rond de ‘brink’, waaronder het hoofdgebouw en het theater, te behouden en op te knappen. De gemeente zou graag zien dat er een compromis wordt bereikt: het behoud van een deel van de barakken in combinatie met uitbreiding van de waterwinning.
Lees de volgende artikelen

