Vliegveld Valkenburg: een korte geschiedenis
Toen vliegveld Valkenburg in 2006 werd gesloten, had het slechts 67 jaar bestaan: heel kort vergeleken met de periode dat de Romeinen in het gebied hun basis hadden. Hun castellum stond er ruim twee eeuwen.
De Romeinen verdedigden er hun noordgrens, maar waarom was deze plek zo geschikt voor een vliegveld? Tot medio jaren ’30 waren de activiteiten van de Nederlandse militaire luchtvaart geconcentreerd op Soesterberg. Defensie vond dat niet langer verantwoord. Er was daar niet voldoende ruimte voor alle inmiddels bestelde vliegtuigen en bovendien maakte je het een vijand zo wel heel makkelijk. In 1936 waren al 30 vliegtuigen naar Schiphol verplaatst. Een jaar later werd gestart met de aanleg van een vliegveld bij Bergen (Noord Holland). Voor een derde vliegveld ging de voorkeur uit naar het gebied bij Katwijk en Valkenburg. Een prima locatie, want er was behoefte ontstaan aan een luchthaven nabij de regeringszetel in Den Haag. Uit een berichtje in het Engelse blad Flight van 14 september 1933 blijkt dat het gebied al eerder in beeld was als locatie voor een vliegveld.
Het liep anders. Op 10 mei 1940, enkele maanden voordat vliegveld Valkenburg zou worden opgeleverd, landden Duitse para’s en ruim 50 Junkers Ju 52 op het veld. Tijdens de daaropvolgende gevechten slaagde het Nederlandse leger erin het terrein te heroveren en veel gestrande Duitse vliegtuigen te vernietigen of ernstig te beschadigen. Na de capitulatie bouwden de bezetters het vliegveld af en namen ze het in gebruik. ‘Flugplatz Katwijk’ werd een thuisbasis voor jachtvliegtuigen als de Messerschmitt Bf 109, Bf 110 en Focke-wulf Fw 190. Ze werden in 1943 naar het oosten teruggetrokken omdat het vliegveld door de ligging aan de kust te kwetsbaar was voor luchtaanvallen.
Nieuw begin
Na de oorlog ontfermde de Britse Royal Air Force zich over het vliegveld. Die knapte het op en nam het in gebruik. In 1946 namen de Nederlandse Luchtstrijdkrachten (LSK) het over. Omdat de Marineluchtvaartdienst (MLD) in Nederland geen bruikbare basis meer had, werd Valkenburg op 15 september 1947 aan de marine overgedragen. Voortaan zou het vliegveld Marinevliegkamp Valkenburg (MVKV) heten. De basis groeide snel en het aantal gestationeerde vliegtuigen nam snel toe. De eerste marinevliegtuigen op Valkenburg waren onder meer Fairey Fireflies, Hawker Sea Furies, North American B-25 Mitchells, Grumman Avengers en Consolidated PBY-5A Catalina’s.
Tijdens de watersnoodramp in februari 1953 vervulde het vliegkamp een belangrijke rol bij de reddingswerkzaamheden. Het diende als centrum voor de Opsporings- en Reddingsdienst. Bovendien was Valkenburg een basis voor veel vliegtuigen die bij de rampbestrijding werden ingezet. De toen enige helikopter in Nederland, een Sikorsky S.51, was op Valkenburg in dienst bij de MLD. Met deze heli werden veel mensen gered.
Valkenburg was in de jaren 50 en 60 tevens de walbasis voor de vliegtuigen en helikopters van Hr.Ms. Karel Doorman. Als het vliegkampschip in de haven was, stond Valkenburg vol vliegtuigen, van wel elf vliegtuigsquadrons. Die twee decennia vormden mede dankzij de Doorman de gouden tijd van de MLD en vliegkamp Valkenburg. Toen het schip in 1968 buiten gebruik werd gesteld, werd het snel rustiger op het vliegkamp. Het aantal vliegtuigtypes werd geleidelijk terugbracht naar twee: de Lockheed SP-2H Neptune en Breguet Br.1150 Atlantic. Beide hadden als onderzeebootbestrijding als belangrijkste taak. Er restten slechts drie squadrons: 2, 320 en 321.
Modernisering en sluiting
Tussen 1980 en 1982 werd het MVKV grondig gemoderniseerd voor de komst van dertien Lockheed P-3C Orions. Zij vervingen in 1982 de verouderde Neptunes en in 1984 de Atlantics. De Atlantics werden buiten dienst gesteld nadat voor de derde keer een toestel een noodlanding op zee had moeten maken, dit keer met drie doden tot gevolg. Alleen squadrons 320 en 321 bleven bestaan en het personeelsbestand slonk naar circa 800. In 1990 werd Valkenburg aangewezen als regeringsvliegveld en daarmee ontvangstplek voor buitenlandse staatshoofden en hoogwaardigheidsbekleders.
In de 25 jaar sinds het einde van de Koude Oorlog rond 1990 is er steeds verder bezuinigd op de Defensie-uitgaven. Uiteindelijk werden daarvan ook de Marineluchtvaartdienst en het MVKV het slachtoffer. Op 14 januari 2005 werden de laatste squadrons buiten dienst gesteld en werden de pas gemoderniseerde Orions verkocht aan Duitsland (acht) en Portugal (vijf). Daarna sloot het MVKV definitief de poorten.